zaterdag 20 november 2010
Winter oogst
Het is koud in Bhairawa. Iedere ochtend dichte mist en het duurt steeds langer voor de zon er door komt. Gister gebeurde dat pas rond een uur of 11. Dan wordt het aangenaam buiten en in de zon zelfs lekker warm. Mijn gezicht en onderarmen hebben een mooi bruin kleurtje. In huis draag ik een muts en sjaal en twee truien om warm te blijven. Onderweg naar school zien we groepjes mensen rond kleine vuurtjes zitten om op te warmen.
In de klas zitten kinderen op hun jutezak met blote voeten, soms korte mouwen, dunne katoenen rok of broek. Veel hebben muts, sweater of jack en een pyamabroek onder hun kleren maar er zijn toch echt kinderen hier die kou lijden. Ik krijg ze niet van mijn netvlies, denk aan de euro’s op mijn Nederlandse bankrekening. Kan zo naar de winkel lopen om wat truien en mutsen te kopen. Maar zo eenvoudig is het niet. Als ik morgen op school kom met een zak warme kleren staat er overmorgen een klas 'ongeklede' kinderen voor me, want iedereen wil natuurlijk wel een nieuwe trui, ook als je wel het geld hebt om er een te kopen. En als ik hier bekend sta als die witte weldoener die ‘je alles geeft wat je nodig hebt’ heb ik geen rustig moment meer, staat er een lange rij bedelaars op me te wachten als ik weer naar huis wil fietsen…Ik praat erover met een aantal Nepalezen. Ze geven aan dat de armoede inderdaad een probleem is. Maar een groter probleem is het drinkgedrag. Veel vaders gebruiken het beetje geld dat er is voor een gezellig middagje 'roksi' (alcohol) met de kameraden uit het dorp. Niet af en toe maar liever dagelijks…
De rijstoogst is ondertussen binnen. Overal zien we hoge stapels stro/rijst in de dorpen en velden. Koren en kaf wordt gescheiden in de ‘mill’. We zien veel mannen fietsen, met de grote zware zakken vol rijst op de fiets gestouwd, van en naar het verwerkingsbedrijf. De meeste mensen zijn tevreden. Het was een goede oogst en de kwaliteit is goed. R60,- (E0,60) per kilo is het zeker waard.
Het restmateriaal (stro) wordt gebruikt. Vrouwen vlechtten er zitjes van, mensen vullen er dunne katoenen zakken mee zodat je een warm matras hebt, op een stapel stro kun je comfortabel zitten rond het kleine vuurtje dat je er van stookt om warm te blijven. De kinderen vullen er hun lege jutezak mee zodat ze in de klas geen last hebben van de koude betonvloer. Het vee kan ervan eten. De vrouwen kneden of stampen het stro door de koeienvlaaien. Ze maken er platte koeken van of staven die vervolgens in de zon liggen te drogen: tegen muur of boom geplakt, in de berm opgestapeld. Gedroogd kun je er fantastisch goed op koken. Ook voor de afwas is het stro geschikt. Met wat zand en water of de as van het vuurtje schrobben de vrouwen hun potten en pannen ermee. Ze liggen daarna glimmend en blinkend te drogen in de zon.